
Today,
I discover that my writing could be my shouting,
my filming a dance,
my voice a thought,
an idea a movie,
a conversation a book.
That playing can be part of my artistic discovery and approach to the world.
The in-between could become the space itself.
The door is slightly open.
Language has always been part of my life, though always a stranger.
This multidisciplinary approach is secondary to the ideas that emerge.
Each one among thousands, seeking a physical form, a translation.
In between, I am, and I try.
Contemplative time and public time alternate,
(Too) well-considered choices enter into dialogue with intuitive movements.
An existential investigation,
blurring reality into fiction and fiction into reality.
A poetic approach.
My female body, always tied to it.
I dig,
I play with forms of abstraction, figuration, and narrative.
I’m in an interspace.
We create our own worlds, our own fictions.
I don’t believe reality exists.
I begin close to my own experiences, my environment,
my personal history.
From there, desires, dreams, fears, fantasies, thoughts arise...
It could be read as an autobiographical story,
but the images and creations that emerge are no longer mine;
they become part of a collective, a political world.
And I am deeply concerned about that world.
Maybe, in essence, I’m a ritualistic human being,
searching for a connection to the many mysteries and wonders
woven into our life (and death),
often hidden behind mental curtains.
It’s fluid, never finished, always (un-)real.
I call myself a poet,
a visual artist,
a mother,
a melancholic,
a misanthrope,
a maker,
a filmer,
a writer,
a thinker,
a liar,
a doubter,
a connector,
a lover,
OVER MEZELF EN MIJN ARTISTIEKE PRAKTIJK
Tijdens mijn opleiding tot zorgkundige in het secundair onderwijs kreeg ik de gelegenheid om zowel jonge kinderen, ouderen als overledenen te verzorgen. Deze ontmoetingen hebben een diepgaande en blijvende indruk op mij achtergelaten. Het verzorgen van een overledene was een bijzonder en betekenisvol moment, dat ik later tijdens een vakantiejob in een woonzorgcentrum herhaalde. Deze ervaring heeft een belangrijke plaats gekregen in mijn artistieke praktijk, zoals in mijn kortfilm Rendez-vous à la mer (2018), waarin ik de zorg en liefde voor een stervende filmisch benader. De momenten waarop ik in contact kom met de dood en het sterven, ervaar ik als waardevol, bijzonder, zowel voor mezelf als voor de betrokkenen. Deze ervaringen stimuleren mij om alternatieve ruimtes te creëren waar kunst een rol kan spelen in het intieme leven van mensen en hun zoektocht naar betekenis, (over-)leven, genezing, rouw en verlies.
Sinds 2011 doceer ik aan de Luca School of Arts, waarbij mijn expertise zich richt op kunsteducatie, sociaal-artistieke praktijken en de ontwikkeling van artistieke praktijken in diverse contexten. In 2024 behaalde ik mijn diploma als beeldend therapeut aan de Arteveldehogeschool. De noodzaak om zorg en kunst samen te brengen vloeit voort uit mijn persoonlijke ervaring, waarin creatie voor mij een manier is om in het leven te staan, het te beheersen en tegelijkertijd te ontvangen. Terwijl ik als kind antwoorden zocht op existentiële vragen over leven en dood, ervoer ik het dagelijkse leven vaak als iets vreemds, iets dat me in vele momenten ontglipte of overviel. Bevangen door een continue stroom van ideeën bracht mijn verbeelding een mogelijkheid om spelenderwijs het leven te ervaren. Deze zoektocht naar de manier waarop men in het leven kan staan, is door de jaren heen de kern geworden van mijn artistieke praktijk, die ik heb ontwikkeld sinds mijn opleiding tot beeldend kunstenaar in 2005. De wereld om mij heen werd steeds beter verstaanbaar en taal kreeg een centrale rol. Dit proces maakte me bewust van mijn plaats binnen deze wereld en het onderlinge samenspel van invloeden, waarin ik zonder mijn omgeving niet besta.
Mijn werk is nauw verweven met maatschappelijke en politieke kwesties. Met Dear Girl of Aleppo breng ik mijn persoonlijke ervaringen in dialoog met bredere mondiale problematieken. Door de ogen van mijn moeder maak ik een fictieve of spirituele ontmoeting met een meisje uit Aleppo; ik schrijf haar brieven, maak tekeningen voor haar, en reflecteer over haar werkelijkheid. Dit werk gaat niet alleen over haar, maar raakt ook aan universele thema’s zoals onze menselijke betrokkenheid bij conflicten en lijden. In mijn tekening 70.18mei2020 stel ik een kritische blik over de technologische wereld en onze beperkte controle over leven en dood. Zo bevat mijn werk intrinsiek maatschappelijke kritiek en beweegt zich tussen het persoonlijke en het universele. Het onderzoekt de grens tussen het aardse en het onbenoembare, en reflecteert op de diepere, andere betekenis van het mens-zijn in een wereld die vaak wordt gedomineerd door politiek, wetenschap, het biomedische, economie en technologie.
Mijn artistieke proces is een samenspel van intuïtie, associatie en zintuiglijke ervaring, doordrongen van filosofisch discours. Dit uit zich in diverse vormen, variërend van kleine schrijfsels en beeldend werk tot grootschalige film- en schrijfprojecten.
De ontwikkeling van mijn praktijk weerspiegelt een verschuiving van zelfzorg naar het zorg dragen voor anderen en de wereld. Tegelijkertijd blijf ik zoeken naar nieuwe verbindingen tussen uiteenlopende theoretische benaderingen, filosofische vraagstukken, therapeutische referenties en spirituele ervaringen. Deze voortdurende dialoog tussen schijnbaar tegengestelde elementen vormt een dynamisch onderstroom van mijn artistieke handelingen en het werken met anderen. Ethische betrokkenheid staat centraal in zowel mijn kunst, mijn dagelijkse leven als het therapeutisch werken met anderen.
Zoals Virginia Woolf het zo mooi verwoordde, It is far harder to kill a phantom than a reality. Dit citaat resoneert sterk in mijn werk, waar ik voortdurend balanceer tussen het ongrijpbare en het tastbare, tussen de fysieke realiteit en de innerlijke beleving, persoonlijke waarheid.